Pierre Wunsch, de voorzitter van de Nationale Bank, wees er naar aanleiding van de regeerverklaring van premier De Croo op dat in België de bedrijven de volledige schok van de energiecrisis moeten opvangen. Precaire tijden voor onze bedrijven, die de motor zijn van onze economie en voor de inkomsten van de burgers moeten zorgen.
Desalniettemin woedt in het federale parlement een discussie over zorg- en verantwoordingsplicht voor bedrijven, een wetsvoorstel van de socialistische partijen. Als dit wetsvoorstel goedgekeurd wordt, zou dat betekenen dat onze ondernemingen verantwoording moeten afleggen over de inachtneming van de mensen-, arbeids- en milieurechten doorheen heel hun waardeketen. Dat betekent ook financieel opdraaien voor de inbreuken erop. Combineer dat met de wonden van de coronacrisis én de woedende energiecrisis, en je krijgt een dodelijke cocktail voor onze economie.
Laat het duidelijk zijn: het is onze ethische plicht ons uit te spreken tegen kinderarbeid, mensonwaardige omstandigheden, gedwongen arbeid, milieuschendingen en corruptie. Verschillende internationale akkoorden reflecteren dat ook. Sterker nog, ondernemingen zélf zijn vragende partij voor een regelgevend kader.
Wetsvoorstel
Maar volgens het voorstel van PS, Vooruit, Ecolo-Groen en CD&V moeten álle ondernemingen niet alleen echte maar ook potentiële nadelige gevolgen van hun activiteiten opsporen en ‘voorkomen’. Dat betekent hun gehele bedrijfsstructuur, dus ook bij hun dochterondernemingen én hun leveranciers en klanten.
Ja, een kleine kmo zal dus bij zijn honderden leveranciers moeten nagaan of alles daar koosjer verloopt, maar dat is informatie die zulke giganten van bedrijven zelden zullen delen. Om maar te zwijgen van de extra verplichtingen en administratieve lasten voor deze bedrijven die een zware impact zullen hebben op hun concurrentievermogen en ook op hun personeelsbestand. Uit een recent onderzoek van SD Worx blijkt namelijk dat de energiecrisis de ontslagintenties in onze kmo’s alvast doet stijgen.
Sterker nog, de zorgplicht zoals geformuleerd in het voorstel houdt in dat ondernemingen die beschikken over een daadwerkelijke controle over de bedrijven in hun waardeketen aansprakelijk zijn voor ‘geleden schade’, ongeacht de inspanningen die de onderneming heeft gedaan om de schade te voorkomen.
Dat lijkt ons in de praktijk onhaalbaar, gezien bedrijven zelden zulke informatie met elkaar delen. Het kan toch ook niet de bedoeling zijn om ondernemingen aansprakelijk te stellen voor leveranciers die werkzaam zijn in landen die geen goede regelgeving hanteren op vlak van bijvoorbeeld mensenrechten? Waar is de verantwoordelijkheid van de overheid inzake dit beleid dan?
Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Alsof dat alles nog niet genoeg is, wordt er ook een strafrechtelijke aansprakelijkheid ingesteld voor de ondernemingen. Het gevolg laat zich raden: ondernemingen zullen minder geneigd zijn om zaken te doen met bijvoorbeeld leveranciers in landen en regio’s waar het risico op schending van de zorgplicht hoger is, met nefaste gevolgen voor de lokale bevolking, want zij zullen niet langer een job hebben en terug in de armoede gestort worden. Deze ‘onbedoelde effecten’ van de zorgplichtwetgeving zijn al aangetoond.
De meerderheidspartijen van de regering-De Croo (zonder de liberalen) staan achter het voorstel. België moet blijkbaar dat ‘goede voorbeeld’ geven aan de rest van de wereld. Kortom, onze ondernemers worden geofferd op het altaar van een duurzaamheidsagenda.
Op Europees niveau zijn er krijtlijnen uitgetekend door de Europese Commissie wat de zorgplicht voor bedrijven betreft. De onderhandelingen lopen op dit moment. En hoewel er in dat plan ook verbeterpunten zijn, vraag ik me af waarom België ze per se voorbij wil steken. Het is toch uiterst belangrijk om een gelijk speelveld te behouden voor onze ondernemingen en een wildgroei aan nationale initiatieven tegen te gaan?
Daarom zeg ik ‘nee’ tegen de zorg- en verantwoordingsplicht van de regering-De Croo, en samen met mij heel wat bezorgde ondernemers. Of om het met de woorden van één van de getuigen in de commissie te formuleren: ‘Zijn jullie helemaal zot geworden? Hebben wij het nog niet moeilijk genoeg vandaag?’ Blijkbaar niet.