Overleven
Twee derde van de ondernemingen in dit land hanteert langere betalingstermijnen dan ze comfortabel achten. Bovendien blijkt amper 17 procent van de kmo’s vertrouwd met de Europese wetgeving die hen beschermt tegen laattijdige betalingen. Problematisch, vindt Anneleen Van Bossuyt: “Een groot bedrijf kan het zich misschien permitteren om langer op een betaling te wachten, maar voor een kleine onderneming zijn die zuurverdiende centen vaak cruciaal om te overleven.”
Desastreuze gevolgen
De termijn waarbinnen bedrijven uitbetaald worden voor de geleverde diensten aan andere bedrijven, kan stevig oplopen. De huidige wetgeving laat dat ook toe: de wettelijke uitbetalingstermijn van 30 dagen kan contractueel worden verlengd. “Kleine ondernemingen durven vaak niet ingaan tegen zulke contractverlengingen uit vrees hun contract te verliezen. Dit heeft vaak desastreuze gevolgen, vooral voor kleine ondernemingen”, zegt Europarlementslid Van Bossuyt.
Maximaal 60 dagen
De oproep van het Europees Parlement om achterpoortjes voor wanbetalers te sluiten, ligt volledig in lijn met een federaal wetsvoorstel van N-VA uit 2017. De bedoeling is om de maximale betalingstermijn tussen ondernemingen vast te pinnen op zestig dagen. Het belang is niet te onderschatten: laattijdige betalingen ondermijnen de liquiditeit en leggen bovendien beperkingen op aan de groei en de aanwerving van personeel.
Overheid betaalt laat
Maar niet alleen bedrijven moeten correct en tijdig betalen. Ook de overheid moet in de pas lopen. “Wie de regels opstelt, moet ze in de eerste plaats ook zelf naleven. Een klein bedrijfje dat de ramen van het stadhuis wast, heeft geen marge om wekenlang op de vergoeding te wachten. Toch tonen cijfers aan dat de overheid slecht scoort op vlak van tijdig betalen en ook dat moet dringend veranderen,” besluit Anneleen Van Bossuyt.