Kamerlid
Kruimelpad
Ruim jaar na voorstel N-VA: regering richt eindelijk coronavoucherbank op
Reisorganisaties kunnen beroep doen op de coronavoucherbank. De regering bereikte hiervoor eindelijk een akkoord. “Niets te vroeg” zegt N-VA-parlementslid Anneleen Van Bossuyt, die al meer dan een jaar pleit voor een coronavoucherbank. “We hebben lang aan de kar getrokken en zijn tevreden dat onze reisondernemingen nu eindelijk wat steun kunnen genieten. Een schoonheidsprijs verdient deze manier van werken echter allerminst. Bovendien zijn de reisorganisatoren die hun wettelijke verplichting om terug te betalen al voldaan hebben, vaak met persoonlijk kapitaal, het slachtoffer van het getalm van de regering want zij kunnen geen beroep meer doen op de lening voor die vouchers”.
Crisis reissector
Reizen verloopt nog steeds niet even vlot als in pre-coronatijden. Mensen aarzelen nog om te reizen of kunnen bepaalde landen nog altijd niet betreden. De reissector draait dus nog steeds amper omzet, maar moet wel de coronavoucher terugbetalen aan de consument. Die voucher werd vorig jaar in het leven geroepen voor reizen die ten gevolge van de coronacrisis moesten worden geannuleerd.
Van Bossuyt: “De coronavoucher bood een goede oplossing om op korte termijn zowel de reissector als de consument te beschermen. De reissector kreeg uitstel van betaling en de consument kreeg de zekerheid dat hij de waarde van zijn reis niet verloor. Maar door de aanhoudende crisis staat het water onze reisondernemingen, veelal kmo’s, aan de lippen. Ze hebben zo goed als geen omzet gehad sinds de eerste lockdown en de middelen die ze hebben zitten vaak vast bij buitenlandse partners. Toch moeten ze hier en nu terugbetaling voorzien aan de consument. Daardoor dreigt voor velen het faillissement.”
N-VA-pleidooi voor coronavoucherbank
Daarom pleitte Van Bossuyt vorig jaar al voor de oprichting van een coronavoucherbank: “Het is goed dat onze reisorganisatoren nu eindelijk zekerheid krijgen dat ze op een lening van de overheid kunnen rekenen voor de terugbetaling van de coronavoucher aan de consument. Met deze overheidslening en de terugbetaling daarvan gespreid over een aantal jaren krijgt een groot deel van de sector de nodige zuurstof.”
“Het is belangrijk dat enkel gezonde bedrijven gebruik kunnen maken van het systeem. Het is immers niet opportuun voor de economie om alle ondernemingen te redden, maar het is wel onze plicht om de financieel gezonde ondernemingen te helpen die het door deze uitzonderlijke crisissituatie ineens moeilijk hebben.”
De coronavoucherbank zal 210 miljoen euro omvatten. Reisorganisaties kunnen maximaal 80 procent van het bedrag aan uitstaande vouchers lenen en moeten die op vijf jaar terugbetalen aan de overheid tegen een rente van 3%. De leningen mogen uiteraard alleen gebruikt worden voor het uitbetalen van coronavouchers aan consumenten, lees enkel de vouchers uitgegeven van 20/3/2020 tot en met 19/6/2020.
Zware gevolgen voor sector door getalm regering
Van Bossuyt is evenwel kritisch voor het getalm van de regering in dit dossier: “Al een jaar lang ligt ons voorstel om een coronavoucherbank op te richten op tafel. De regering liet veel te lang na de nodige stappen te ondernemen. Gevolg is dat nu onorthodoxe methoden moeten gebruikt worden om snel alles door het Parlement te jagen en ook voor de reisorganisatoren zelf een heel korte deadline wordt opgelegd om alle nodige documenten te bezorgen. De coronavoucherbank zal nu de facto operationeel zijn in december, terwijl dat eigenlijk september had moeten zijn. Dat was namelijk de deadline voor terugbetaling van de eerste vouchers. De reisorganisatoren die hun wettelijke verplichting om terug te betalen dus al voldaan hebben, vaak met persoonlijk kapitaal, zijn dus het slachtoffer van het getalm van de regering want zij kunnen geen beroep meer doen op de lening voor die vouchers. Ik dring er dan ook op aan dat de leningen snel worden overgemaakt aan de sector en pleit ook voor een oplossing voor de reisorganisatoren die al vouchers moesten terugbetalen vanaf september. Een terugbetaling waarvoor de reisorganisatoren vaak hun privé kapitaal aanspreken en waarvoor ze nu dus niet kunnen rekening op ondersteuning van de overheid.”